De ‘Chroniques de Hainaut’: een meesterwerk in boekvorm

Een wereldberoemde miniatuur

In de miniaturen van handschriften duiken bepaalde scènes steeds opnieuw op. Een daarvan is de opdrachtscène: een tafereel waarin de auteur of vertaler zijn afgewerkte boek aan zijn opdrachtgever aanbiedt. Deze taferelen duiken niet enkel in de middeleeuwen op, integendeel. We zien ze ook in andere periodes en tot ver buiten de Europese grenzen. Een universeel beeld dus.

Ook de openingsminiatuur (ook ‘frontispice’ genoemd) van de Chroniques de Hainaut toont dit klassieke tafereel. Jean Wauquelin, die de tekst vertaalde en bewerkte, presenteert zijn werk aan de hertog in aanwezigheid van de belangrijkste hoogwaardigheidsbekleders aan het Bourgondische hof.

Toch is het presentatietafereel van de Chroniques de Hainaut zelfs binnen dit universele genre nog extra bijzonder. Wanneer het gaat over de kunstenaar die het geschilderd heeft, duikt immers een wel heel bekende naam op…

Getekend, Rogier van der Weyden?

Rogier van der Weyden wordt naast Jan van Eyck beschouwd als een van de belangrijkste Vlaamse schilders van de 15de eeuw. Zijn bekendheid vandaag dankt hij aan zijn schilderijen. In zijn tijd was het echter niet uitzonderlijk dat kunstenaars zowel op paneel als op perkament schilderden. Handschriften werden in de 15de eeuw beschouwd als belangrijke en luxueuze kunstwerken. Pas toen het drukken van boeken de norm werd, werd schilderkunst aanzien als de belangrijkste kunstvorm binnen de schone kunsten. Meteen ook de reden waarom wij, samen met vele anderen, durven beweren dat het mooiste werk van de Vlaamse Primitieven misschien wel in boeken te vinden is.

Gek genoeg is het frontispice van de Chroniques de Hainaut de enige miniatuur die toegeschreven is aan Rogier van der Weyden. Hoewel er geen gedocumenteerd bewijs is dat hij de miniatuur heeft geschilderd, suggereren stilistische analyses (met name de uitwerking van de gezichten), de studie van de onderliggende tekeningen en de schildertechniek, dat hij de miniatuur wel degelijk heeft vervaardigd.

De openingsminiatuur van de Chroniques de Hainaut maakte zoveel indruk op tijdgenoten dat het gekopieerd werd door talrijke andere kunstenaars.  Zij  konden de kwaliteit van de miniatuur van Rogier van der Weyden vrijwel nooit evenaren, maar maakten van het werk wel een belangrijke iconografische referentie.

De ‘Chroniques de Hainaut’ vindt u in het KBR museum op de tweede verdieping, in een speciaal ontworpen cocon.

Een duidelijke boodschap

De opdrachtscène van de Chroniques de Hainaut is zowel vanuit iconografisch oogpunt als op symbolisch vlak uniek. Centraal in de compositie staat Filips de Goede. Hoewel de traditie voorschrijft dat leiders zittend op een troon worden vereeuwigd, wordt hij staand afgebeeld. Toch trekt Filips alle aandacht naar zich toe. Omdat hij afgezonderd in beeld is gebracht en kledij van zwart damast draagt, die de hertog duidelijk aftekent tegen de achtergrond.

Zijn linkerhand rust op een dagge en hij houdt als teken van zijn macht een fijne hamer in zijn rechterhand. Aan de zijde van de hertog staat zijn vijftienjarige zoon, de jonge graaf van Charolais en toekomstige Karel de Stoute. Als wettige troonopvolger belichaamt de jonge Karel de continuïteit van de Staat. De boodschap is overduidelijk: het vorstelijk gezag behoort niet aan een individu, maar aan een dynastie die mikt op voortzetting.

‘Geschiedenis’-boeken

De Chroniques de Hainaut hebben een duidelijke functie: ze moeten tonen dat de macht over Henegouwen toebehoort aan de hertogen. In 1433 annexeerde Filips de Goede immers Henegouwen, Holland en Zeeland ten nadele van zijn nicht Jacoba van Beieren.

De Bergense boekhandelaar en kopiist Jean Wauquelin vertaalt in 1446 de Annales historiae illustrium principum Hannoniae van de franciscaan Jacques de Guise voor Filips de Goede. Deze uitgebreide compilatie behandelt de geschiedenis van het graafschap Henegouwen dat recent door de hertog was verworven.

In totaal werkten er 4 kopiisten en meer dan 10 verluchters aan de 1.700 pagina’s en de 121 miniaturen van de ‘Chroniques de Hainaut’.

– Julie Bouniton, curator van het KBR museum

Jean Wauquelin heeft het handschrift niet alleen gekopieerd, hij heeft ook de oorspronkelijk Latijnse tekst in het Frans vertaald en enigszins aangepast, bijvoorbeeld in de proloog die Filips de Goede aanwijst als de wettige opvolger van een lange vorstelijke traditie die teruggaat tot de oorlog van Troje.

De Chroniques de Hainaut zijn dan ook een echt propagandamiddel: een majestueus boek dat een machtsovername moet legitimeren.