Het project Vandermaelen

“Cartografie, motor van de wetenschappen. Het Etablissement géographique de Bruxelles, een wetenschappelijke instelling in het jonge België,” is de titel van het vierjaarlijkse onderzoeksproject dat begin 2010 van start is gegaan in de afdeling Kaarten en Plannen, kortweg het Project Vandermaelen. Het gaat hier namelijk om de Brusselse cartograaf Philippe Vandermaelen (1795-1869) en zijn werk.

Het belang van de cartografische verzamelingen van Vandermaelen in KBR, de artikelen, de verschillende studies en de inventarissen die hieruit voortkwamen, plaatsen de belangrijke positie van Vandermaelen in de Belgische geschiedenis van de cartografie in het daglicht. Maar Vandermaelen was veel meer dan alleen cartograaf.

Het Etablissement géographique de Bruxelles dat hij in 1830 stichtte, vijf jaar na de zeer succesvolle publicatie van een monumentale Atlas universel, was een veelzijdig bedrijf. Behalve de tekenateliers en de ateliers voor de lithografie van kaarten, omvatte zijn bedrijf ook een uitzonderlijk rijke geografie- en wetenschapsbibliotheek, een indrukwekkende cartotheek, een databank op fiches, een natuurhistorische galerij, een anatomiekabinet, een natuurkundekabinet, een chemielaboratorium, een penningverzameling, een etnografisch museum, een planetarium, serres en een botanische tuin. Alles werd ter beschikking gesteld van onderzoekers. Er waren ook een modelschool, een middelbare school en een normaalschool, conferentiecycli en gratis publieke cursussen.

In werkelijkheid droeg dit privébedrijf, dat altijd gewerkt heeft zonder de minste overheidssubsidies, op het moment dat de jonge Belgische Staat zich aan het ontwikkelen was, de kiem in zich van verschillende van onze wetenschappelijke instellingen. Bovenal ontwikkelde de oprichter instrumenten, instellingen en netwerken en nam hij initiatieven waar de Belgische Staat niet de middelen toe had. Het Project Vandermaelen wil deze stelling op verschillende domeinen verifiëren: het wetenschappelijk onderzoek, de oprichting van internationale wetenschappelijke netwerken en van statistische databanken, de organisatie van onderzoeksreizen, het onderwijs, en uiteraard de cartografie.