Revoir Van Eyck - exposition Louvre

Vier handschriften uit de collectie van KBR tijdelijk te zien in het Louvre

Het gaat om het getijdenboek van de hertog van Berry (de zogenaamde Très belles heures), de Chroniques de Hainaut, Jean Miélots Traité de l’oraison dominicale en La Cité de Dieu uit de bibliotheek van Jean Chevrot. Ze zullen worden tentoongesteld naast De Maagd van kanselier Rolin van Jan Van Eyck, dat recent werd gerestaureerd.

Een van de centrale vragen van de tentoonstelling is hoe het meesterwerk van Van Eyck zich verhoudt tot de kunst van de boekverluchting. Het gaat daarom in dialoog met andere werken, waaronder deze vier uiterst kostbare manuscripten uit de collectie van KBR. Ze werden verlucht door de beste miniaturisten van de 15de eeuw, van wie sommigen op dat moment even beroemd waren als Jan Van Eyck.

De Très belles heures van de hertog van Berry (de zogenaamde ‘Heures de Bruxelles’)

Dit getijdenboek is een juweel van miniatuurkunst uit de jaren 1400 en is een van de belangrijkste schatten van KBR. Het boek is verlucht in opdracht van Jan van Berry en geschonken aan zijn neef, Jan zonder Vrees. Verschillende verluchters hebben aan dit handschrift gewerkt en de invloed ervan op de Europese kunst is onschatbaar.



Met bijna driehonderd handschriften, waaronder een vijftiental verluchte getijdenboeken, behoorde de boekencollectie van de hertog van Berry in die tijd tot een van de meest prestigieuze privébibliotheken. De tentoongestelde miniaturen tonen de beroemde diptiek in grisaille met Jan van Berry in gebed tot de Heilige Maagd. Deze wordt meestal toegeschreven aan André Beauneveu die ook als beeldhouwer bekendheid genoot. De andere miniaturen in kleur zijn vervaardigd door Jacquemart de Hesdin of medewerkers in zijn entourage.

Chroniques de Hainaut

De Chroniques de Hainaut is wellicht het bekendste topstuk uit de collectie. In 1446 gaf Filips de Goede de opdracht aan Jean Wauquelin, een boekhandelaar en kopiist in Bergen, om een Franse vertaling te maken van de Annales historiae principum Hannoniae, die de geschiedenis vertellen van het graafschap Henegouwen.

In 1433 werd Jacoba van Beieren gedwongen Henegouwen, Holland en Zeeland over te dragen aan Filips de Goede. De bestelling van het handschrift kaderde in de campagne om deze annexatie te rechtvaardigen. Wauquelin voegde passages toe aan de oorspronkelijke tekst en stelde de Bourgondische hertog voor als de rechtmatige erfgenaam van het graafschap in een lange traditie van vorsten die teruggaat tot de Trojaanse oorlogen.


Tijdens de tentoonstelling zal de beroemde opdrachtminiatuur te zien zijn, die wordt toegeschreven aan Rogier van der Weyden en een van de hoogtepunten is van de Vlaamse miniatuurkunst. Filips de Goede vooraan, in zwart damast gekleed en met de ketting van de Orde van het Gulden Vlies om de hals, neemt het manuscript in ontvangst van Jean Wauquelin. Rechts van hem, in het blauw, staat zijn kanselier, Nicolas Rolin.


Het is niet de eerste reis naar Parijs voor de Chroniques de Hainaut. Het manuscript werd in de achttiende eeuw tweemaal in beslag genomen door de Franse revolutionaire troepen en uiteindelijk teruggegeven in 1815 na de val van Napoleon. Het was ook te zien tijdens Miniatures flamandes 1404 – 1482 in de Bibliothèque Nationale, site François Mitterrand, in 2012, een gezamenlijke tentoonstelling met KBR.

Jean Miélot, Traité de l’oraison dominicale

De Traité de l’oraison dominicale is een theologisch werk over het Onzevader, oorspronkelijk geschreven in het Latijn door een anonieme benedictijner monnik. Jean Miélot (1420-1472), privésecretaris van de hertog, vertaalde de tekst in 1456 in het Frans op verzoek van Filips de Goede. Zijn devies en wapenschild met de ketting van de Orde van het Gulden Vlies zijn dan ook aangebracht in de randdecoratie met bloemmotieven. De drie miniaturen in het manuscript zijn gerealiseerd door Jan de Tavernier.

Jan de Tavernier, een veelzijdig miniaturist uit Oudenaarde, was een van de favoriete boekverluchters van Filips de Goede. Hij vertrouwde hem zijn meest geliefde boeken toe. De miniatuur die tentoongesteld wordt, toont, net zoals in de Chroniques de Hainaut, de overhandiging van het manuscript aan Filips de Goede. Naast de verschillen in kleding en context, is ook de scène van Tavernier minder formeel. De personages zijn dynamischer en nemen verschillende houdingen aan, in navolging van Robert Campin, van wie ook werken te zien zijn op de tentoonstelling.

ms. 9092, fol. 1r, Jean Miélot overhandigt zijn werk aan Filips de Goede, in aanwezigheid van het hof.

H. Augustinus, De Civitate Dei (Franse versie)

Augustinus De Civitate Dei (‘Over de Stad Gods’)

Augustinus De Civitate Dei (‘Over de Stad Gods’), een historisch-politieke verdediging van het christendom, is tijdens de middeleeuwen een van de filosofische basisteksten. De Franse vertaling die Raoul de Presles op verzoek van de Franse koning Karel V tussen 1371 en 1375 maakte, kende, net als het Latijnse origineel, een ruim publiek.

De miniatuur die te zien is in de tentoonstelling leidt het eerste deel in van een handschrift in twee volumes, dat rond 1445-1450 werd vervaardigd voor Jean Chevrot, bisschop van Doornik en rechterhand van Filips de Goede. Ze toont Augustinus die zijn zijn leer onderwijst, terwijl Clovis zijn wapenschild en de ampul met de Heilige Olie uit de hemel ontvangt. De miniatuur wordt toegeschreven aan de zogenaamde Meester van Jean Chevrot, een anonieme navolger van Jan Van Eyck.

Over de tentoonstelling

De tentoonstelling ‘Revoir Van Eyck’. La Vièrge du chancelier Rolin loopt van 20 maart tot 27 juni 2024 in het Louvre. Ze is opgebouwd rond de historische restauratie van De Maagd van kanselier Rolin, het enige schilderij van Jan Van Eyck dat bewaard wordt in het Louvre en voor het eerst gerestaureerd werd sinds het in 1800 in de collecties terechtkwam.

Tijdens de restauratie werden de oude vernislagen, die geoxideerd waren en het schilderij donkerder maakten, verwijderd. Hierdoor zijn de oorspronkelijke kleurenpracht en details weer zichtbaar geworden. De tentoonstelling kadert in een brede studie van het werk van Van Eyck, waarvan het startschot werd gegeven met de restauratie van het Lam Gods in Gent.

Curator van de tentoonstelling is Sophie Caron, conservator oud-Nederlandse en -Duitse schilderijen en gespecialiseerd in vijftiende-eeuwse schilderkunst uit, onder andere, Vlaanderen en Frankrijk.