In mei 2025 heropende het KBR museum met een extra verhaallijn waarin muziek uit de 15de en 16de eeuw centraal staat. En dat is geen toeval: onze regio speelde toen een hoofdrol in de bloei van de polyfonie – een muzikale revolutie die Europa voorgoed veranderde.
Van één stem naar een klankweefsel
Polyfonie is muziek met meerdere zelfstandige melodieën die tegelijk klinken. Tegenwoordig klinkt dat vanzelfsprekend, maar in de middeleeuwen was het een baanbrekende evolutie. Tot de 10de eeuw was muziek meestal éénstemmig. Een lied kon door meerdere zangers tegelijk worden gezongen, maar bestond uit één enkele melodielijn, met als bekendste voorbeeld de gregoriaanse kerkgezangen. Eenstemmige muziek werd doorgaans mondeling doorgegeven en uit het geheugen gezongen. Alleen de tekst werd meestal opgetekend. Vanaf de 10de eeuw veranderde dat. Er ontstonden steeds verfijndere notatiesystemen voor toonhoogte én ritme, waardoor componisten muziek veel nauwkeuriger konden neerschrijven. Dat maakte de weg vrij voor complexere meerstemmigheid: de geboorte van de polyfonie.
Benieuwd hoe die vroege polyfonie klonk? Luister naar een indrukwekkende 12de-eeuwse versie van Viderunt omnes.
Polyfonie ontstond als een vorm van versierde gregoriaanse zang die in de kerk werd gezongen. Naarmate muzikanten beter leerden om muziek op te schrijven en te componeren, werd polyfonie steeds breder toegepast. Rond 1470 maakte de muziektheoreticus Johannes Tinctoris een onderscheid tussen drie soorten polyfonie: het belangrijkste genre waren meerstemmige composities voor de mis, daarnaast waren er motetten op Latijnse teksten en als derde en kleinste categorie bestonden er liederen in de volkstaal.
De ontwikkeling van polyfonie voltrok zich over heel Europa en over meerdere eeuwen. Toch speelden bepaalde plaatsen — hoven, kerken, steden of zelfs hele regio’s en staten — een belangrijkere rol dan andere. Dit hing samen met de wisselvalligheid van muzikale patronage en de aanwezigheid van invloedrijke componisten.
Tot in de 14de eeuw gebeurden de belangrijkste vernieuwingen in muzieknotatie en compositie vooral in wat nu Frankrijk en Italië zijn, maar in de 15de eeuw verschoof het muzikale zwaartepunt naar het noorden. Engelse componisten begonnen vroeg in die eeuw te experimenteren met rijkere harmonieën. Die vernieuwende ‘Engelse stijl’ gaf halverwege de eeuw een creatieve boost aan de muziek in de Lage Landen.
Klanken voor de hertog
Na de verovering van de Lage Landen richtte hertog Filips de Goede zijn hof niet langer op het zuiden, maar op steden als Brussel, Rijsel en Gent. Dat hof was niet groot, maar wel rijk en indrukwekkend. Het werd al snel een voorbeeld voor andere Europese vorsten door zijn weelde en verfijning. Muziek speelde er een centrale rol. In 1445 werd de hofkapel, of het muzikantenkorps dat de muziekuitvoeringen aan het hof verzorgt , beschreven als ‘een van de grootste en best verzorgde’ van die tijd. Onder Filips’ zoon, Karel de Stoute, bleef de kapel verder groeien. Enkele van de beroemdste componisten van de 15de eeuw werkten er, zoals Gilles Binchois, Antoine Busnoys, Robert Morton en Hayne van Ghizeghem. Hun muziek is terug te vinden in handschriften overal in Europa. KBR bezit zelfs een muziekmanuscript dat aan de hofkapel van Karel de Stoute werd gemaakt en dat hem en zijn zangers vergezelde op het slagveld tijdens zijn militaire campagnes.


Antoine Busnoys, Anthoni usque limina. ms.5557, fols. 48v-49r.
Hoewel het Bourgondische hof veel in muziek investeerde, werkten er enkel volwassen zangers. Wat de Lage Landen echt bijzonder maakte in Europa, waren de grote koorscholen die verbonden waren aan kathedralen – vooral die van Doornik en Kamerijk. Tot halverwege de 16de eeuw vielen bijna alle zuidelijke Nederlanden onder deze twee bisdommen. De meest getalenteerde koorknapen uit de regio kregen daar hun muzikale opleiding.

source: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Belgian_Medieval_Dioceses.png
De kathedraal van Kamerijk speelt een sleutelrol in de muziekgeschiedenis, vooral omdat Guillaume Du Fay er werkte – hij was de invloedrijkste componist van Europa in de tweede helft van de 15de eeuw. Over de koorschool van Doornik weten we minder, al staat de kathedraal er nog altijd. Toch blijkt dat ook daar grote componisten hun opleiding kregen, zoals Josquin des Prez, Pierre de La Rue, Gaspar van Weerbeke en Marbrianus de Orto. Ook in steden als Brugge, Gent en Antwerpen kregen jonge talenten zoals Jacob Obrecht, Alexander Agricola, Heinrich Isaac en Mattheus Pipelare kansen in de plaatselijke collegiale kerken en parochies.
Muziek en manuscripten aan het Habsburgs-Bourgondische hof
Na de dood van Maria van Bourgondië in 1482 viel de muzikale activiteit aan het hof even stil. Maar rond 1500 bloeide de hofmuziek opnieuw op, eerst onder haar zoon Filips de Schone en later onder haar dochter Margaretha van Oostenrijk, die als regentes het hof leidde. Ze verzamelden enkele van de beste componisten van hun tijd. Een van de belangrijkste was Pierre de La Rue, die vanaf 1492 in dienst kwam en zijn hele carrière aan het hof bleef. Hij schreef dertig missen, waaronder de indrukwekkende Missa Sancta cruce.
Wilt u weten hoe de mis van La Rue klinkt? Ontdek hier wat u ervan vindt.


Pierre de La Rue, Missa Septem doloribus. Ms. 215-216, fols. 1v-2r.
Wat dit hof echt bijzonder maakte, was de productie van tientallen luxueuze muziekhandschriften op perkament. Die boeken, met muziek van La Rue, andere hofcomponisten en tijdgenoten, werden cadeau gedaan aan koningen, keizers en pausen. Enkele van deze schitterende manuscripten bleven in de Lage Landen bewaard en bevinden zich vandaag in de collectie van KBR.
Benieuwd hoe de late middeleeuwen klonken? Breng een bezoek aan het KBR museum en beluister de indrukwekkende meerstemmigheid van de zangers uit die tijd.