Bijna 350 jaar geleden : de eerste ‘psychologische’ roman
La Princesse de Clèves speelt zich af aan het hof van de Franse koningen Henri II (koning van 1547 – 1559) en François II (koning in 1559 – 1560). Politiek, oorlogen en zelfs de tragische dood van Henri II nadat hij tijdens een tornooi een splinter van een lans in zijn oog kreeg, zijn slechts achtergrond in wat vandaag vaak de eerste psychologische roman wordt genoemd.
Vooraan in het verhaal staat een meisje van nog net geen zestien, Mademoiselle de Chartres. Beeldschoon, intelligent, deugdzaam, aimabel en ook nog eens schatrijk. De zin waarmee ze wordt geïntroduceerd na enkele bladzijden is als een pijl die wordt afgevuurd door Cupido : “Il parut alors une beauté à la Cour’. ‘Toen verscheen aan het Hof een schoonheid’.
En Cupido schiet raak.
(wordt vervolgd)
Een literaire revolutie

Met La Princesse de Clèves schieten de pijlen van Cupido een literaire ster naar het firmament. Het werk vormt een breuk met de breed uitgesponnen heldenromans die tot voor kort de literaire scène hadden gedomineerd met talloze verhaallijnen in verre oorden en in een ver verleden. De auteur opteert voor een kortere roman en schrijft in een trefzekere en sobere, ja bijna zakelijke taal.
En echt revolutionair : het verhaal evolueert in functie van de gedachten en nog meer de gevoelens van de personages en dan vooral van de hoofdfiguur. La Princesse de Clèves wordt beschouwd als de eerste psychologische roman.
De auteur… is een vrouw

Voor ons heel gewoon : mevrouw Marie-Madeleine Pioche de la Vergne, gravin de La Fayette, schreef een meesterwerk. Maar een vrouw als auteur in de zeventiende eeuw in Parijs, neen toch…
Het publiek krijgt eerst een woord vooraf, van de uitgever aan de lezer : indien de naam van de auteur zou vrijgegeven worden, zou het boek door vooringenomenheid van het publiek negatief worden beoordeeld. Vrouwelijk auteurschap werd toen niet ernstig genomen en dat zou vaak zo blijven, zelfs tot in de 20ste eeuw.
Het was van bij het verschijnen van La Princesse de Clèves trouwens ook bekend in literaire kringen dat de auteur Madame de Lafayette was. Mme de La Fayette had haar eigen literair salon in haar luxueus ‘hôtel’ in de Parijse Marais-wijk, toentertijd de trendy buurt bij uitstek.
Ze zou het werk samen hebben geschreven met twee intimi : markiezin de Sévigné (haar aangetrouwde nicht en beroemd gebleven als auteur van talloze brieven aan haar dochter) en de hertog de La Rochefoucauld.
Een bestseller in de historische collecties van KBR

Dit anonieme meesterwerk kende onmiddellijk een groot succes. KBR is de fiere eigenaar van de oorspronkelijke (anonieme) uitgave uit 1678 (Parijs, Claude Barbin) (uit de schenking van baron Van Bogaert, FS XXXV 800 A).
De vier delen, in opmerkelijk grote lettertekens, zijn in ons exemplaar verdeeld over twee banden. Het eerste deel draagt de handtekening van niemand minder dan markiezin de Sévigné. Die handtekening staat onder een notitie : ‘Du Cabinet des Rochers’, uit haar bureau dus in haar familiekasteel nabij Vitré in Bretagne. Alles wijst erop dat dit exemplaar van KBR toebehoorde aan de Marquise de Sévigné zelf.
In 2024 kocht KBR de oudste Brusselse uitgave van La Princesse de Clèves (Bruxelles, Jean de Smedt, 1705, LP 17.348 A). Deze – overigens zeldzame – druk draagt als titel : Les amours de la princesse de Clèves et du duc de Nemours.
Op het schutblad van deze Brusselse uitgave staan handgeschreven notities over de vraag wie de auteur zou zijn. Volgens een bestaande catalogus (die we nog niet konden identificeren) zou het gaan over graaf Roger de Bussy-Rabutin. Deze neef van Madame de Sévigné was bekend en berucht om zijn libertijnse levenswandel en zijn roman Histoire amoureuse des Gaules, waarin hij de intriges en de uitspattingen aan het Hof beschrijft. Maar de notitie besluit als volgt : ‘il ne l’est point du tout’ – ‘hij is het helemaal niet’.
En ja, hoe gaat het verhaal verder? – SPOILER ALERT!

De Prins van Clèves vraagt om de hand van Mademoiselle de Chartres, dé debutante van het jaar. Ze voelt niets voor hem maar doet wat van haar verwacht wordt : ze wordt Prinses van Clèves.
Maar Cupido rust niet. Op een bal aan het Hof wordt de Prinses door de Koning himself voorgesteld aan de Hertog van Nemours, topdiplomaat en vertrouweling van de vorst. Prinses en Hertog zijn beiden ondersteboven van elkaar
Na het bal bij de Koning, waar de vonk oversloeg, wil de Hertog van Nemours de Prinses van Clèves terugzien. Omdat de Prinses trouw wil blijven aan haar echtgenoot, maakt ze een verscheurende keuze : ze vertrekt naar hun buitenverblijf terwijl haar man, die dat niet begrijpt, aan het Hof in Parijs blijft.
Uiteindelijk wordt de Prinses van Clèves door haar man verplicht om terug te keren naar Parijs. Daar ontmoet ze natuurlijk weer de Hertog van Nemours en gebeurt iets onherstelbaars : de Prinses bekent aan haar man dat ze verliefd is op een andere man.
Niet veel later bekent de hertog van Nemours onrechtstreeks aan een gemeenschappelijke vriend dat hij verliefd is op de Prinses. In het roddelcircuit worden die verhalen aan elkaar gehaakt zodat de Prins van Clèves denkt dat zijn vrouw en de hertog een affaire hebben.
De Prins blijft rustig maar wordt doodziek van jaloezie en verdriet. Niet veel later overlijdt hij. De kust is nu vrij voor een gelukkige liefde en een huwelijk. Dat hoopt ook de hertog van Nemours.
Toch gebeurt het niet. De Prinses van Clèves is er het hart van in, wil rust en vindt het haar plicht zich terug te trekken in de Pyreneeën, waar ze haar tijd verdeelt tussen haar eigen huis en een klooster en weigert de hertog te ontmoeten. Ze sterft jong en laat voor het nageslacht ‘onnavolgbare voorbeelden van deugdzaamheid’.
Tekst: Beatrijs Vanacker en Wim De Vos