Handschriften kunnen tegen een stootje: het perkament van de boeken uit de Librije van de Bourgondische hertogen ziet er na 600 jaar nog piekfijn uit. Net als de miniaturen. Toch hebben ze één grote vijand: licht. Wie handschriften wil tentoonstellen, heeft natuurlijk wel licht nodig. Daarom vindt u elk half jaar nieuwe handschriften in de vitrines.
Robuust maar kwetsbaar
Heel wat handschriften in het KBR museum hebben plunderingen, brand, wateroverlast of ongedierte overleefd. In de speciaal ontworpen vitrines van het museum zijn ze veilig, want de temperatuur en de luchtvochtigheid worden constant gehouden. Maar er is nog een ander, sluipend gevaar. Een middeleeuws handschrift tentoonstellen betekent immers dat de miniaturen en de geschreven tekst erin blootgesteld worden aan licht, de aartsvijand van elk boek.
Licht en handschriften: een slecht huwelijk
Een handschrift bestaat normaal gezien uit materialen van natuurlijke oorsprong: leder, stof, hout, perkament, pigmenten en kleurstoffen. Lichtstralen leveren energie voor chemische reacties die de veroudering van deze materialen versnellen en ze kunnen beschadigen. Licht kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de verluchting en kalligrafie in de middeleeuwse handschriften na verloop van tijd verbleken. Gelukkig kunnen we de meeste soorten licht goed controleren.
Is alle licht slecht?
Net zoals voor mensen zijn sommige golflengtes van licht schadelijker dan andere:
- Ultraviolette straling veroorzaakt fotochemische reacties die de perkamenten bladzijden in een handschrift kunnen doen vergelen en verbrossen.
- Infrarode straling veroorzaakt verhitting, wat de chemische en fysische afbraak van het perkament versnelt.
- De straling van zichtbaar licht kan voor verkleuring zorgen.
UV en infrarood licht kunnen we in het KBR museum gemakkelijk vermijden, want u heeft ze niet nodig om een handschrift of miniatuur visueel te kunnen waarnemen. Zichtbaar licht is echter essentieel. Zonder dit licht ziet u als bezoeker immers… helemaal niets.
“Moleculen zijn de chemische basisbestanddelen van alle materialen. Ze zijn voortdurend in beweging. Wanneer lichtstraling in contact komt met materie, wordt de energie van deze straling geabsorbeerd, verspreid of weerkaatst, afhankelijk van de eigenschappen van het materiaal. Op moleculair vlak veroorzaakt deze extra energie trillingen en elektrische processen die samenhangen met de structuur van de molecule. Daardoor kunnen we voorwerpen en hun kleuren waarnemen. Als de energie te groot is, kan dit leiden tot het breken van de verbindingen binnenin de molecule. De structuur verandert en dit leidt tot onomkeerbare veranderingen van de kleuren en materialen.”
– Tatiana Gersten, restauratrice bij KBR
Hoe beschermt KBR de handschriften tegen licht?
Om onze handschriftencollectie veilig tentoon te stellen, houden we het lichtniveau zeer laag:
- De ledverlichting in het KBR museum is ingesteld op 50 lux, wat overeenkomt met het minimale verlichtingsniveau dat nodig is om de details in miniaturen waarheidsgetrouw te kunnen waarnemen.
- In het museum gebruiken we uitsluitend ledlicht, een lichtbron zonder infrarode en ultraviolette straling. Ook het natuurlijk licht dat de museumruimte binnendringt, wordt sterk beperkt. Het bevat immers ook ultraviolette en infrarode straling en heeft bovendien variabele lichtniveaus die moeilijk te controleren zijn.
- We wisselen de tentoongestelde folio’s en handschriften regelmatig. Op basis van de totale blootstellingsdosis kan men berekenen hoe lang een folio blootgesteld mag worden aan licht en hoe lang het daarna moet rusten. De regel is eenvoudig: men moet rekening houden met de hoeveelheid licht en de duur van de blootstelling.
6 maand licht, 6 jaar rust
Volgens internationaal aanvaarde normen mag perkament maximaal 12.500 luxuren per jaar blootgesteld worden aan licht.
In het museum worden de handschriften gemiddeld 9 uur per dag aan 50 lux blootgesteld, wat betekent dat ze na een maand het jaarlijkse maximale quotum bereiken. Om iedereen de kans te geven om de schoonheid van de boeken van de hertogen van Bourgondië te ontdekken, kiezen we ervoor om de handschriften 6 maanden te tonen aan het publiek. Nadien worden ze gedurende 6 jaar in de archieven opgeborgen, om te rusten. Door deze normen in acht te nemen, brengt het tentoonstellen van de handschriften de conservatie ervan niet in gevaar.