De geopolitieke geschiedenis van Oekraïne in 10 kaarten

Momenteel woedt er oorlog in Oekraïne. Om de actualiteit beter te begrijpen, is het nuttig om een blik te werpen op het verleden. We selecteren daarom een aantal historische kaarten uit onze collectie die interessante aspecten van het land onder de loep nemen.

Oekraïne is immers een grensgebied, een ‘borderland’ 1. Volgens sommigen is de naam van het land trouwens etymologisch afgeleid van het Oudslavische woord voor ‘grensgebied’. De kaarten tonen wat dat in de praktijk betekent.

We nodigen u uit om deze kaarten kritisch te bekijken: ze zijn immers niet altijd neutraal. Kaarten kunnen een politieke agenda dienen en een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. Stof tot nadenken, dus.

De kaarten op deze pagina volgen geen specifieke chronologie. Wilt u toch een chronologisch overzicht? Bekijk dan de speciaal ontworpen Story Map.

10 & 9. Twee kaarten van Rusland uit 1941: eenheid vs. autonomie

De Rouck vs. Beyaert-Sioen

Deze twee kaarten van Rusland werden in hetzelfde jaar uitgegeven in België. De eerste kaart kwam uit bij De Rouck in Brussel, een bekende uitgeverij van kaarten, de tweede bij drukkerij Beyaert-Sioen in Kortrijk. Hoewel beide kaarten dateren van 1941, geven ze een sterk verschillend beeld van de toenmalige Sovjet-Unie.

De Brusselse kaart toont de vele autonome regio’s die deel uitmaakten van de Russische Unie, waaronder Oekraïne en de Krimse republiek. De Krimse autonome Socialistische Sovjetrepubliek werd al in 1921 opgericht. In 1945 werd het als een oblast of provincie ingelijfd in de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek en zo in de Sovjet-Unie, tot het in 1954 werd overgedragen aan de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek. De Oekraïense Republiek dateerde van 1922 en werd pas een onafhankelijke staat in 1991, bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Ze genoot wel een zekere onafhankelijkheid op het vlak van internationale politiek.

De Kortrijkse kaart benadrukt aan de hand van eenzelfde inkleuring de politieke eenheid binnen de USSR of Sovjet-Unie. De brede zwarte lijn onderscheidt het Europese Rusland van het Aziatische. Een rode lijn die door Polen en Roemenië loopt, geeft aan tot waar de Russen in 1941 zijn doorgestoten. Rusland viel Polen binnen in 1939 in het kader van het zogeheten Molotov-Ribbentroppact, het niet-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en Rusland dat in augustus van hetzelfde jaar werd ondertekend. Het verdrag liet toe dat beide landen, Duitsland vanuit het westen en Rusland vanuit het oosten, Polen binnenvielen en annexeerden. In de zomer van 1940 bezette Rusland dan Bessarabië en Noord-Bukovina. Beide gebieden maken vandaag deel uit van Oekraïne. Zuid-Bessarabië vormt de provincie Odessa. Het behoorde tot de Boedzjak-regio en was tot 1812 Ottomaans. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het tijdelijk een deel van Moldavië en van Roemenië, dan met de rest van Bessarabië Russisch, tot 1917 toen heel Bessarabië een deel van Roemenië werd.

Catalogusbeschrijvingen


8. “Carte des environs de la Mer-Noire où se trouvent l’Ukrayne, la Petite Tartarie […]”

Deze kaart is van de hand van de Franse geograaf Robert de Vaugondy (1688-1766) en zijn zoon Didier (1723-1786). Hun kaarten waren bekend om hun geografische nauwgezetheid. Ze werden tot ver in de 19de eeuw herdrukt, al dan niet gemoderniseerd.

Een eerste uitgave van de kaart dateert van 1769 en werd waarschijnlijk gemaakt in het kader van de oorlog tussen Russen en Krimtataren over de Wilde Velden, in het Latijn op vele historische kaarten ‘Loca deserta’ geheten. Dit is de streek ten noorden van de Zwarte zee, grosso modo het zuiden van Oekraïne. Catharina de Grote regeerde toen over het Russische Keizerrijk en het is zij die niet alleen de controle verwierf over het Pools-Litouwse Gemenebest maar uiteindelijk ook grote delen ervan annexeerde. De Krim werd in 1783, de datum op de kaart, door Rusland definitief veroverd op het Ottomaanse rijk waar de Tataren een zekere onafhankelijkheid genoten. De gele met roze lijn op de kaart toont de grens tussen beide mogendheden.

In de cartouche wordt meegedeeld dat de kaart door Delamarche verbeterd werd met het oog op de toenmalige militaire operaties, een verwijzing naar de Turks-Russische oorlog. In 1787 ondernam de keizerin zelfs een inspectiereis door de Krim.

Dit exemplaar werd uitgegeven door Charles François Delamarche (1740-1817). Hij kocht in 1786 de stock kaarten van de Vaugondy-familie, wat betekent dat deze uitgave van na dat jaar zou dateren. De opdracht aan de hertog van Choiseul, Étienne-François de Choiseul-Beaupré-Stainville (1719-1785), is niet aangepast. Zijn blazoen prijkt nog bovenaan de cartouche. Hij was nochtans al in 1770 uit de gratie van de Franse koning gevallen.


7. “Das europaeische Russland mit den angränzenden Ländern in Europa u. Asien

Op deze kaart is het Europese deel van Rusland te zien, zoals het er in de eerste helft van de 19de eeuw uitzag. Aan de hand van cijfers worden de 40 gouvernementen of provincies (goebernija) van het Russische rijk aangeduid. Links bovenaan vindt men de verklarende lijst. Onder nummer 27 vinden we de naam Oekraïne dat een deel is van Klein-Rusland. Het huidige Oekraïne omvat echter meerdere nummers (en dus provincies), waaronder 23, 26, 27, 29, 30, 31, 37, 38, 40.

Theodor Freiherr von Liechtenstern (1799-1848) was een belangrijke figuur voor de ontwikkeling van de schoolcartografie in de 19de eeuw en een voorstander van de fysieke atlascartografie. Zijn interesse voor de fysieke cartografie vinden we terug op deze lithografische kaart in de weergave van het reliëf. Een speciale schaal links onderaan geeft de sleutel voor de interpretatie van de zwart-witschakeringen op de kaart. Voor de arcering volgt hij het model van generaal von Müffling (1775-1851).

De kaart is hier gedateerd rond 1840, maar kan een stuk ouder zijn. In elk geval moet er al een oudere versie bestaan hebben. De kaart wordt immers uitvoerig besproken in de Kritischer Wegweiser im Gebiete der Landkarten-Kunde (1829) van H. K. W. Berghaus (1797-1848), zelf een vooraanstaand geograaf en cartograaf. De recensent heeft kritiek op de ‘fantasierijke’ weergave van de Oeral en de Kaukasus als gevolg van de toenmalige gebrekkige kennis van deze bergketens. Ook de landindeling blijkt niet correct. Een tweede recensent schrijft dat de inkleuring van de provinciegrenzen op de kaart de leesbaarheid ervan sterk zou bevorderen. Ook de toponymie mocht volgens de criticus wel wat rijker.


6. Kaart van de poststations van het Russische rijk (1878)

Deze kaart toont de verspreiding van de poststations in het Russische Rijk. De afstand tussen de verschillende stations is aangegeven. In die tijd werd de post per paard bezorgd. Paard en ruiter moesten op regelmatige afstand worden vervangen, wat het grote aantal stations verklaart.

Het Russische rijk omvatte in het laatste kwart van de 19de eeuw, behalve Rusland, ook het huidige Oekraïne en Moldavië, Armenië, Georgië en Azerbeidzjan in het zuiden, Finland, de Baltische staten, en een deel van het huidige Polen, het in 1815 in het leven geroepen Congres-Polen, in het noorden.

De kaart is interessant omdat ze de grenzen toont van het Keizerrijk Rusland na de Russisch-Ottomaanse Oorlog (1877-1878). Zo liggen de provincies Kars en Batoem in de Kaukasus binnen de grenzen van het Russische Rijk, en ook de Budjak-regio (vandaag verdeeld over Oekraïne en Moldavië) is door het Rijk geannexeerd. In de provincie Batoem en de Budjak-regio zijn er heel wat poststations, maar in de provincie Kars is dat duidelijk niet het geval. Daarnaast zien we ook de grenzen van de buurlanden ten westen van het Russische Rijk zoals bepaald op het Congres van Berlijn (13 juni-13 juli 1878). Ze zijn aangeduid aan de hand van een zwarte stippellijn: we onderscheiden, van noord naar zuid, achtereenvolgens Roemenië met in het oosten ervan, grenzend aan de Zwarte Zee, de Dobroedzja-regio (vandaag deels Roemeens, deels Bulgaars), Bulgarije, Oost-Roemelië en het Ottomaanse Rijk. Het Congres van Berlijn matigde het amper drie maanden oude vredesverdrag van San Stefano tussen Russen en Ottomanen. Dit verdrag had een onafhankelijk vorstendom Bulgarije gecreëerd waartoe ook Oost-Roemelië behoorde. Het Congres van Berlijn, samengeroepen om te bemiddelen tussen het Russische Rijk enerzijds, Oostenrijk-Hongarije en het Verenigd Koninkrijk anderzijds, in hun strijd om de macht in de Balkan en de Middellandse Zee, hertekende de grenzen. Bulgarije verloor Oost-Roemelië, dat aan het Ottomaanse Rijk werd teruggegeven, Oostenrijk-Hongarije kreeg Bosnië erbij, het Verenigd Koninkrijk Cyprus. De Russen kregen als compensatie de Kaukasus.

Alexey Afinogenovich Ilyin (1832-1889) was een Russisch officier en uitgever van kaarten. Hij stichtte in 1859 met collega Vladmir Poltoratsky (1830-1886) in Sint-Petersburg de firma ‘chromolithografie van Poltoratsky, Ilyin en Co.’. Vanaf 1864, toen Poltoratsky de stad verliet, veranderde de firma van naam en werd het ‘A. Ilyin’s cartografisch etablissement’. Ilyin was zijn leven lang de cartograaf van het militair topografisch depot in Sint-Petersburg. Na zijn dood werd het bedrijf gerund door zijn zonen. In 1918 werd het genationaliseerd. Het bedrijf, dat naast kaarten ook andere publicaties uitgaf, waaronder heel wat schoolboeken, was een belangrijke speler in de grote hervormingen die tsaar Alexander II doorvoerde in de jaren 1860-1870 en van het Russische rijk een moderne Europese grootmacht moesten maken.


5. “Le royaume de Pologne comprenant les Etats de Pologne et de Lithuanie, divisez en provinces, et subdivisez en palatinats

Jean-Baptiste Nolin (ca. 1657-1708) was een Frans graveur die er door zijn samenwerking met Vincenzo Coronelli toe kwam om zelf kaarten uit te geven. Deze kaart van het Pools-Litouwse Gemenebest dateert uit de periode van Nolins samenwerking met de Italiaanse cartograaf en maker van wereldbollen. Ze zou tot ver in de 18de eeuw herdrukt worden.

Op de kaart zien we dat de woiwodschappen van Kiev en van Bratslav, en het oostelijk deel van Litouwen, samen ‘la Petite Russie’ vormen. Het is de naam die toen in het Russische rijk gebruikt werd om het noordelijk deel van het huidige Oekraïne aan te duiden. De naam vindt zijn oorsprong in de benaming die de Byzantijnen aan deze streek gaven in het kader van de organisatie van de orthodoxe kerk. Hij is afgeleid van de term Rus, die verwijst naar het oude, middeleeuwse vorstendom van Kiev: Ruthenia.

Het Pools-Litouwse Gemenebest was het resultaat van de omvorming van de personele unie van beide vorstendommen tot één staat via de Unie van Lublin in 1569. Het bleef een belangrijke Europese speler tot in 1795, toen Polen werd verdeeld onder Pruisen, Oostenrijk en Rusland. De multi-etnische en multireligieuze staat evolueerde van een grote verdraagzaamheid met een dynamische cultuur naar een steeds grotere dominantie van het katholieke deel van de bevolking.

De kaart is gebaseerd op het werk van onder andere Szymon Starowolski en Christoph Hartknoch. Starowolski, in het Latijn Starovolscius (1588 – 1656), was een bekend veelschrijver en historicus uit het Pools-Litouwse Gemenebest. Hij publiceerde het merendeel van zijn boeken in het Latijn. Als overtuigd katholiek – hij zou op latere leeftijd priester gewijd worden – was Starowolski de spreekbuis van de toenemende religieuze onverdraagzaamheid in zijn land. Christoph Hartknoch (1644-1687), afkomstig uit Pruisen, was dan weer protestant. Hij was een bekend geschiedschrijver van het Gemenebest. Zijn historiografisch werk was en is een belangrijke bron voor de geschiedenis van Pruisen, Pommeren, Neder-Litouwen, Koerland en Polen.

Links boven geeft de kaart de administratieve en religieuze (katholieke) indeling van het Poolse koninkrijk en van het grootvorstendom Litouwen volgens Jean-Nicolas de Tralage, Sieur de Tillemon. De Tralage (1640-1720) was geograaf, cartograaf en historicus, en daarnaast ook een belangrijk prentenverzamelaar.


4. “Theatrum belli Russorum victoriis illustratum […]”

Tobias Conrad Lotter (1717-1777) uit Augsburg is de uitgever van deze kaart van de Oekraïense regio waarvan deze druk na 1757 wordt gedateerd. De titel leert ons dat het gaat om een precieze weergave van de Turkse en Tataarse gebieden tussen de Dnjestr en de Donau en in de Krim. Dit gebied zou, nog steeds volgens de titel, het theater zijn van de “oorlog gewonnen door de Russen”.

Als we de kaart zelf bekijken, dan zien we toch een enigszins ander beeld. De kaart focust op het gebied rond Kiev, Bratslav en de Krim. De inkleuring geeft ons de volgende politieke indeling van het oorlogsgebied: Kiev en Linkeroever-Oekraïne, beide Russisch sinds 1668, zijn in dezelfde citroengele tint gekleurd, op de streek van Lubny na. Ook het woiwodschap Bratslav, dat dan nog deel uitmaakt van het Pools-Litouwse Gemenebest, heeft die kleur, en ook de Zaporozhian Sich, de half-autonome staat van de Kozakken in Centraal- en Oost-Oekraïne, heeft dezelfde gele tint. Zij vormen hier als het ware een Pools-Russische alliantie tegen de Tataren die het gebied aan de monding van de Dnjestr en ten oosten van de Dnjepr – Tartaria oczacoviensis in het groen en Tartaria Minor in het roze – bevolken.

De Tataren zijn ook herkenbaar aanwezig in beide cartouches: onderaan rechts zien we een gewapende Tataar naast een Turkse soldaat, links bovenaan zijn de Tataren de gevangenen van een als Romein uitgedoste krijger. In de laatste cartouche staat ook Vrouwe Justitia die de oorlog moet rechtvaardigen. Haar voet staat op de ketens van een van de gevangen Tataren. Achter haar staat Faam.

Maar welke zijn nu de Russische overwinningen waarvan sprake in de titel? Het is een allusie op de inname van de Krim door de Russen in het kader van de Russisch-Turkse oorlog van 1735-1739. Rusland wou toen een doorgang naar de Zwarte Zee forceren en een einde maken aan de plunderingen van de Krimtataren die de steun kregen van het Ottomaanse rijk. Dit verklaart meteen waarom Tataren en Turken hier over dezelfde kam worden geschoren.

De plaat die Lotter gebruikt om deze kaart af te drukken, was overigens afkomstig van zijn schoonvader Matthäus Seutter, die ze had gegraveerd voor zijn Atlas novus van 1739.


3. “Amplissima Ucraniae regio, palatinus Kioviensem et Braclaviensem complectens […]”

Tobias Conrad Lotter (1717-1777) uit Augsburg, schoonzoon van de drukker en uitgever Matthäus Seutter (1678-1757), drukte deze kaart van de Oekraïense regio rond 1757. Zoals de titel ons leert, geeft de kaart een beeld van de toenmalige geopolitieke situatie:

Amplissima Ucraniae regio, palatinanus Kioviensem et Braclaviensem complectens, cum adjacentibus provinciis iuxta recentissimam designationem aeri incisa

[De uitgestrekte regio van Oekraïne met de woiwodschappen van Kiev en Bratslav en de aangrenzende gebieden naar de meest recente aanwijzingen in koper gegraveerd]

Oekraïne is hier de regio die de woiwodschappen Kiev en Bratslav omvat. Een woiwodschap is een typisch Poolse bestuurlijke indeling, aanvankelijk bestuurd door een woiwode of legeraanvoerder. In die zin is het te vergelijken met wat wij een hertogdom noemen. De term is hier naar het Latijns vertaald als Palatinatus.

Beide woiwodschappen maakten deel uit van het Pools-Litouwse Gemenebest van 1569 (de Unie van Lublin) tot 1793, ook al werden Kiev en Linkeroever-Oekraïne (het deel van Oekraïne ten oosten van de Dnjepr) in 1668 aan Rusland afgestaan in het kader van het verdrag van Androesovo (1667). Voordien waren ze een deel van het Grootvorstendom Litouwen. Het woiwodschap van Bratslav, dat ook het Oekraïense Podolië wordt genoemd, vormde samen met dat van Podole de historische provincie Podolia. Op het einde van de 18de eeuw, bij de deling van Polen in 1793, zouden beide opgaan in het Russische Keizerrijk.

De randversiering van de cartouches (de vlakken met de titel en praktische en technische informatie over de kaart) verwijzen naar het agrarische karakter van de regio, ook vandaag nog gekend als graanschuur voor de omliggende landen.


2. “Ukraine und Kaukasien 1918”

Deze kaart van 1918 toont de taalkundige en dus culturele eenheid van de jonge republiek Oekraïne.

De kaart geeft een overzicht van de talen die worden gesproken in de streek rond de Zwarte Zee en duidt ook de nieuwe grenzen aan tussen de verschillende landen in de regio zoals overeengekomen door de ondertekenaars van het verdrag van Brest-Litovsk. Dat verdrag werd op 3 maart 1918, enkele maanden voor het einde van WO I, ondertekend door de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR) enerzijds, en de Centrale mogendheden (het Duitse Rijk, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk) anderzijds. De ondertekening van het verdrag betekende voor de Sovjetrepubliek het einde van de deelname aan WO I. Leon Trotski, die namens de RSFSR mee onderhandelde, kreeg van Vladimir Lenin de opdracht over de hele lijn toe te geven aan de eisen van Duitsland. Lenin wilde immers zo snel mogelijk de Russische deelname aan WO I beëindigen en de socialistische revolutie veiligstellen.

Volgens de uiteindelijke bepalingen van het verdrag stond de Sovjetrepubliek grote stukken land en kapitaal af aan Duitsland. Duitsland werd voortaan beschermd door een keten van satellietstaten in het oosten: de Baltische staten, Finland, Polen en Oekraïne dat zich eind januari 1918 had afgescheurd van de RSFSR. Met het verdrag van Brest-Litovsk verloor Rusland 34% van zijn bevolking (55 miljoen mensen), 32% van zijn landbouwgrond, 54% van de industrieondernemingen en 89% van de kolenmijnen. Voor Duitsland betekende het verdrag het einde van de tweefrontenoorlog, zodat Duitsland datzelfde jaar nog de Kaiserschlacht kon inzetten tegen de westelijke geallieerden. Na WO I verklaarde het Verdrag van Versailles (1919) dat van Brest-Litovsk nietig, maar de meeste nieuwe staten die in het leven geroepen waren, bleven verder bestaan.

Julius Iwan Kettler (Osnabrück 1852 – Berlijn 1921), de maker van de kaart, was een statisticus, geograaf en cartograaf. Hij was in de 19de eeuw verbonden aan het Geographisches Institut te Weimar. Behalve deze kaart maakte hij nog andere oorlogskaarten voor de Duitse uitgever Flemming in Glogau (nu in Polen).


1. “Taurica Chersonesus nostra aetate Przecopsca et Gazara dicitur”

Kaart van Mercator

Gerard Mercator (1512-1594) is vooral bekend om zijn atlas, waaruit ook deze kaart komt. De plaatsnaam Taurica Chersonesus verwijst naar de Griekse kolonie Chersonesos (Grieks voor schiereiland) in Taurica, vandaag de Krim. De regio op het vasteland die grenst aan het schiereiland, draagt hier dezelfde naam. Daarnaast wordt de plaatsnaam Tartaria Przecopensis gebruikt. Die verwijst dan weer naar de stad Perekop, helemaal in het noorden van de Krim, waar het schiereiland het vasteland raakt. Als enige toegang tot het schiereiland is het een strategische plek. Versterkt door Grieken en Tataren wordt het in de 15de eeuw een kolonie van Genua.

De sterke aanwezigheid van Italiaanse handelslieden in de regio in de 15de en 16de eeuw verklaart de talrijke Italiaanse plaatsnamen op de kaart. Opvallendst is misschien wel de Italiaanse naam voor de zee van Azov op de kaart, Mare delle zabache. Het zou een verbastering zijn van de naam Sivaschi, vandaag Sivasj, een meer in het noordoosten van de Krim, niet ver van Perekop en op de kaart afgebeeld. In 1783 werden Perekop en de rest van de Krim Russisch. In het midden van de 19de eeuw was de regio het theater van een oorlog tussen Rusland enerzijds en het Ottomaanse Rijk, Frankrijk, Engeland en Sardinië anderzijds. Hoewel Rusland de oorlog verloor, bleef het gebied Russisch. In 1954 werd de Krim wel overgedragen aan Oekraïne, maar in 2014 werd de regio opnieuw bezet door Rusland.

De naam Tartaria verwijst naar het oude Tataarse rijk van de Gouden Horde waartoe dit gebied in de late middeleeuwen behoorde. Het werd bevolkt door Mongolen en Turken en is in de geschiedschrijving beter gekend onder de naam Kanaat van de Krim. Mercator gaat op de achterzijde van deze druk vooral in op deze (voor hem recente) geschiedenis van de regio.

In de plaatsnaam Kioff op de kaart herkent u nog vrij gemakkelijk de naam Kiev. De stad maakt hier nog deel uit van Litouwen. Het gebied aan de andere kant van de Dnjepr behoort al tot Rusland. Podolië, gelegen tussen de Dnjester (Tyras) en de Zuidelijke Boeg (Bog op de kaart in het verlengde van de Sinyuka/Szinouoda), vandaag grotendeels Oekraïens, is hier als zelfstandig gebied afgebeeld. In de 14de eeuw was het door Litouwen op de Gouden Horde veroverd, en sinds 1569 (Unie van Lublin) maakte het deel uit van het Pools-Litouwse Gemenebest.

De kaart werd voor het eerst uitgegeven in 1595, kende verscheidene drukken en werd in de jaren 1630 ‘gemoderniseerd’ zonder daarbij aan de geografische inhoud te komen. Ze werd door de Amsterdamse uitgever Willem Janszoon Blaeu (1571-1638) gekopieerd (zie catalogus: KBR, IV 15.669 (16) D), maar met een meer oostelijke grens voor Litouwen. De verschuiving van het oosten kan misschien deels een verklaring vinden in de sterk gewijzigde weergave van de loop van de Dnjepr.


Vragen?

Heeft u een vraag of een opmerking over deze kaarten? Neem dan contact op met het team Kaarten en plannen via zncebbz@xoe.or.

Bronnen

  • Starovolsci Respublica Polonica, duobus libris illustrata: qvorum prior, historiæ Polonicæ memorabiliora …, posterior vero jus publicum Reipublicæ Polonicæ, Lithvanicæ … comprehendit. His adjecta est dissertatio historica De originibus Pomeranicis (1678) [beschikbaar via Google Books]

1 S. Seegel, Mapping Europe’s Borderlands. Russian Cartography in the Age of Empire, Chicago-London, 2012.