Geschiedenis van het Prentenkabinet

Toen KBR in 1837 werd opgericht, bezat zij een verzameling prenten van nogal ongelijke waarde. Deze situatie was het gevolg van het feit dat de belangrijke collecties van Belgische vorsten – Keizer Karel, Charles de Ligne, Karel van Lotharingen, Albrecht van Saksen-Teschen… – in de 16de, 17de en 18de eeuw in het buitenland terecht kwamen en er meer bepaald de prentenkabinetten van Madrid (Prado en Escuriaal) en Wenen (Albertina) verrijkten. De verzameling gravures van KBR bestaat vooral uit stukken die ten tijde van de Franse Revolutie in beslag werden genomen in kloosters en bij vluchtelingen. Door de jaren breidde de verzameling zich snel uit, meer bepaald met de aankoop door de Staat van de prenten van de Stad Brussel (1843) en van de collecties van Van Hulthem.

 

Volwaardige afdeling

In 1853 besliste Louis Alvin, die baron Frédéric de Reiffenberg als hoofdconservator (1850-1887) had opgevolgd, KBR te reorganiseren en van het Prentenkabinet een volwaardige afdeling te maken. Hij stelde veel belang in gravures en publiceerde verschillende werken over de verzamelingen. De bestaande leemtes werden opgevuld dankzij talrijke Belgische en buitenlandse schenkingen en aanwinsten. Vanaf 1851 kreeg de verzameling ook een wetenschappelijke waarde: er werd een inventaris opgesteld (te beginnen met reeks II), waarin vanaf toen elk nieuw stuk, met vermelding van herkomst en prijs, werd opgenomen.

Henry Hymans (KBR, 1875-1909), Alvins opvolger, ging voort op de ingeslagen weg. Ook zijn opvolgers, met name René Van Bastelaer (Prentenkabinet, 1904-1930) en Louis Lebeer (Prentenkabinet, 1932-1960), publiceerden sommige fondsen uit de verzamelingen en verwierven werken van eigentijdse kunstenaars zoals Jakob Smits, Walter Vaes en Henry Van de Velde, om er maar enkele te noemen.
Steeds meer werd ook de nadruk gelegd op tekeningen uit alle landen en periodes.

 

Grote namen

Vandaag tellen de verzamelingen van het Prentenkabinet meer dan 700.000 gravures en ook een groot aantal tekeningen. Ze behoren tot de mooiste collecties ter wereld van grafisch erfgoed uit de landen in het noorden voor de 15de, 16de en 17de eeuw. Kunstenaars zoals Schongauer, Dürer, Israhel van Meckenem en Lucas van Leyden zijn heel goed vertegenwoordigd. Het Prentenkabinet bezit ook bijna het hele oeuvre van Pieter Bruegel, Hiëronymus Cock, Hendrick Goltzius, de familie Collaert, Galle, Wierix, Sadeler, de Jode, de Bry en van de schilders Rubens, Van Dyck, Rembrandt en Ruysdael, met exemplaren van uitstekende kwaliteit. Van elk van deze meesters verwierf het Prentenkabinet door de jaren honderden bladen, die vandaag een indrukwekkend geheel vormen.

Ook kunstenaars als Dirk Vellert, Cornelis Bos, Johan Vermeyen, Lambert Lombard, de gebroeders Hogenberg, Matheus Zaisinger, Jean Duvet, Robert Péril, Adriaen Van Ostade, Jacques Callot, Piranese, Gilles Demarteau… zijn vertegenwoordigd in de verzamelingen van het Prentenkabinet.

 

Gravures

Hoewel ook Franse en Engelse graveurs uit de 19de en 20ste eeuw voorkomen in de verzamelingen, zijn vooral de Belgische scholen goed vertegenwoordigd met kunstenaars als Charles Baugniet, Joseph Schubert, Paul Lauters, Jean-Baptiste Madou, Théodore Fourmois, Franz Charlet, Henri Leys, Henri de Braekeleer, Schubert, François Stroobant, Théodore Fourmois en Jules de Bruycker. Het uitzonderlijke aantal gravures en tekeningen van kunstenaars die aan de Belgische schilderkunst rond de eeuwwisseling haar adelbrieven hebben gegeven, draagt bij tot de huidige reputatie van het Prentenkabinet. We vinden grote fondsen met werk van Jan Stobbaerts, Auguste Danse, James Ensor, Jan Brusselmans, Constantin Meunier, Léon Spilliaert, Félicien Rops, Xavier Mellery, Henri Evenepoel, Théo Van Rysselberghe, Fernand Khnopff, Georges Lemmen, Constant Permeke, de groep de Vijf, Rik Wouters, Ferdinand Schirren, Georges Minne, Gustave De Smet, Frank Brangwyn, Edgard Tytgat, Armand Rassenfosse en tal van andere kunstenaars.

Naast de kunstgravures van de 15de eeuw tot vandaag bevatten de verzamelingen ook vele stukken met documentaire waarde. Duizenden bladen vonden inspiratie in de geschiedenis van ons land, de Franse Revolutie, de Brabantse Omwenteling, de onafhankelijkheid van 1830, de sociale bewegingen, de stedelijke en industriële revolutie. De verzamelingen bevatten ook duizenden portretten van de koninklijke familie en van vooraanstaande politieke en artistieke figuren door de eeuwen heen. Het hoeft geen betoog dat de verzamelingen van het Prentenkabinet onuitputtelijk zijn voor de historicus van de 19de eeuw.

 

Specifieke thema’s: fondsen

Andere fondsen, al even opmerkelijk wegens hun rijkdom en grote kwaliteit, hebben betrekking op nog specifiekere thema’s: militaire en civiele uniformen (fonds-Lintermans), folklore (fonds-Weyler), klederdracht, vrome prenten (fonds-Van Heurck), topografische documenten. Er is ook de verzameling met affiches (2.000 stuks), oude topografische of historische foto’s (meer dan 8.000 stuks, al dan niet met de naam van de fotograaf), prentkaarten (fonds-Willame en fonds-Dommartin), menu’s (verzameling van de Vrienden van KBR), ex-librissen en modeprenten. Het zijn rijke onderzoeksbronnen voor wetenschappers en liefhebbers.

Het Prentenkabinet bewaart ook 15de-eeuwse niëllo’s, schetsboeken van kunstenaars, Japanse prenten, Congolese aquarellen, die stuk voor stuk specifieke schatten binnen de verzamelingen vertegenwoordigen. Met een beleid van aanwinsten en schenkingen blijft men de verzamelingen uitbreiden.