KBR verwerft tekeningen van Abraham van Diepenbeeck, Gillis Neyts en Richard van Orley

Nieuwe aanwinsten voor het Prentenkabinet

De collectie meestertekeningen van kunstenaars uit de Lage Landen uit de 16de tot de 18de eeuw werd met enkele opmerkelijke bladen verrijkt. De getekende oeuvres van Abraham van Diepenbeeck, Gillis Neyts en Richard van Orley waren al in de verzamelingen van KBR aanwezig, maar deze aanwinsten illustreren andere aspecten van hun werk op papier en perkament.

1. Tegendrukken van Abraham van Diepenbeeck

De oudste bladen van het groepje aanwinsten stammen uit de jaren 1631-32. Toen verbleef de Zuid-Nederlandse schilder Abraham van Diepenbeeck (1596-1675) in de Franse hoofdstad. Hij nam er de gelegenheid te baat om in verschillende adellijke en koninklijke residenties studietekeningen te maken naar de fresco’s die Primaticcio en zijn medewerkers daar bijna een eeuw eerder hadden geschilderd.

In 1959 kocht KBR een groot ensemble van dergelijke tekeningen. Het zogenaamde ‘Album de Bruxelles’ [catalogus] bevat 66 studies naar fresco’s in Fontainebleau en andere adellijke woningen in de omgeving van Parijs. Er zijn soortgelijke ensembles in de collecties van het Rubenianum in Antwerpen en de Albertina in Wenen. Al deze verzamelingen bevatten naast de originele tekeningen zelf, ook opgewerkte kopieën in tegendruk (contre-épreuve). Dit was een gangbare manier om op tekeningen te dupliceren. Daarbij wordt een blanco vel over een tekening in een poederig medium – in dit geval zwart en rood krijt – gelegd en afgewreven. Een lichtere en spiegelbeeldige kopie van het origineel is dan het resultaat.

Een kopie, maar waarvan?

De twee nieuw verworven bladen zijn licht opgewerkte tegendrukken van nog onbekende originelen. Ze zijn waarschijnlijk door de kunstenaar zelf gemaakt om zijn studiewerk te verspreiden binnen een kleine kring van Antwerpse kunstenaars onder wie Rubens. Stilistisch en technisch sluiten ze nauw aan bij de tekeningen naar de grote horizontale composities van de verdwenen ‘Galerie d’Ulysse’ in Fontainebleau. Omdat de tekeningen in Wenen alle gedocumenteerde voorstellingen uit de Galerie d’Ulysse reproduceren, blijft het onduidelijk waar de voorbeelden voor de twee nieuwe bladen juist te zien waren en wat ze precies verbeelden.

2. Een bevreemdende Gillis Neyts

‘Twee reizigers voor een open zee’ wordt toegeschreven aan Gillis Neyts (1618/23-1686/87), een Zuid-Nederlandse schilder, tekenaar en prentmaker. Als schilder was hij gespecialiseerd in landschappen, maar hij wordt veel meer gewaardeerd om zijn tekeningen.

Deze ongebruikelijke voorstelling doet zeer modern aan en herinnert aan het werk van avant-garde kunstenaars als James Ensor. KBR bezit al tekeningen van Neyts, maar dat zijn nauwkeurig in aquarel uitgevoerde gezichten op steden en kastelen. Het pas verworven blad is een type tekening dat nog niet in de collectie was vertegenwoordigd.

Ook binnen het oeuvre van Neyts blijft deze fijne, wat bevreemdend en humoristisch aandoende figuurtekening hoogst uitzonderlijk. In tegenstelling tot zijn studies met geïsoleerde figuren (o.a. in het British Museum) lijkt het hier te gaan om een volwaardige compositie. De precieze pentechniek en de schaal van de figuren herinneren aan Neyts’ etsen. Of dit blad als voorbereidende tekening moest dienen, is niet met zekerheid vast te stellen. Mogelijk stond het op zichzelf.

3. Kabinetminiaturen van Richard van Orley

De jongste aanwinst dateert uit de eerste jaren van de 18de eeuw. Het gaat om twee voorheen onbekende ‘kabinetminiaturen’. Dat zijn kleine schilderijtjes in gouache op perkament, geliefde verzamelobjecten voor de kunst- en rariteitenkabinetten van rijke burgers, edelen en vorsten. Deze exemplaren zijn gesigneerd door de Brusselse kunstenaar Richard van Orley (1663-1732). Volgens de overlevering nam hij weinig grote opdrachten aan en trok hij zich het liefst terug in de eenzaamheid van zijn werkkamer. Daar leefde hij zijn talent uit met het maken van verfijnde pentekeningen, prentontwerpen en de kleine en kostbare kabinetminiaturen.

Deze miniaturen tonen scènes uit het verhaal van de Griekse halfgod Faëton, zoon van Apollo. In de eerste miniatuur vraagt hij zijn vader vergeefs om met de zonnewagen te rijden. Wanneer hij dit stiekem toch doet, loopt het fataal voor hem af.

In de tweede miniatuur is de tombe van Faëton afgebeeld. Terwijl zijn moeder en zusters om hem rouwen, veranderen ze in populieren. Ongetwijfeld illustreerde Van Orley nog meer scènes uit het verhaal. Deze werken zijn echter nog niet opgedoken.

Het tweede werkje was gedoubleerd met de rest van een brief gericht aan Van Orley. De schrijver informeert bij de kunstenaar over de stand van zaken met betrekking tot een opdracht:

KBR was al in het bezit van prenten en tekeningen van Van Orley. Nog in 2018 kon daar via een langdurig bruikleen van het erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting een album met 86 gewassen pentekeningen aan worden toegevoegd [cataloguslink]. Het toont de ‘Geschiedenis van Telemachus’ (zie foto hieronder). Van Orley’s zeldzame kabinetminiaturen ontbraken nog in de collectie.

Uitgebreide collectie meestertekeningen

Afgelopen voorjaar publiceerde KBR het boek Bruegel and Beyond. Netherlandish Drawings in the Royal Library of Belgium 1500-1800. Daarin wordt een klein honderdtal meestertekeningen van kunstenaars uit de Lage Landen uit de 16de tot de 18de eeuw in de kijker gezet. Deze aanwinsten vormen een mooie uitbreiding van deze collectie.

Bruegel and Beyond

  • Daan van Heesch, Sarah Van Ooteghem & Joris Van Grieken (red.)
  • 392 pagina’s, 30,5 x 24 cm (hardcover)
  • Enkel in het Engels verkrijgbaar
  • Prijs: € 64,50