De uomini illustri van Antoon van Dijck

In het kader van het grootschalig conservatie- en restauratieproject Europese Prentkunst: van Dürer tot Rembrandt worden ongeveer 850 prenten van en naar Antoon van Dijck (1599-1641) onder de loep genomen. Vandaag gaan we dieper in op het leven van deze beroemde kunstenaar en op de enorme prentenproductie die door (en rond) hem tot stand kwam.

 

Antoon van Dijck

De in Antwerpen geboren barokschilder en tekenaar Antoon van Dijck neemt op jonge leeftijd al deel aan grootschalige projecten. Zo werkt hij onder meer mee aan drie schilderprojecten onder leiding van Peter Paulus Rubens (1577-1640). In 1618 wordt van Dijck ingeschreven in de Antwerpse Gilde en verwerft hij de titel van meester. Nadien verblijft en werkt hij enkele jaren in Italië, waar hij zich laat inspireren door Italiaanse meesters zoals Titiaan (1488/90-1576), Rafaël (1483-1520) en Guido Reni (1575-1642).

 

Portretmeester

Mede dankzij de kennis die van Dijck in Italië opdoet, neemt zijn faam aanzienlijk toe na zijn terugkeer naar Antwerpen. Zo maakt hij in 1628 een portret van aartshertogin Isabella (1566-1633), die hem hiervoor bedankt met een gouden ketting ter waarde van 750 gulden (omgerekend zou dit cadeau vandaag zo’n € 190.000 waard zijn). Daarnaast maakt hij ook tal van portretten, zoals die van koningin Henriëtta en van Margaret Lemon (van Dijcks maîtresse). Dit alles zorgt er op 5 juli 1632 voor dat Antoon van Dijck geridderd wordt en zelfs tot hofschilder benoemd wordt in Londen. In deze stad wordt hij op 9 december 1641 begraven in St Paul’s Cathedral.

 

Antoon van Dijck, portret van P.P. Rubens, 1630-1640, gravure, 23,5 x 15,9 cm. KBR, S.I 14 293

Inscriptie: D. PETRVS PAVLVS RVBBENS EQVES  | REGI CATOLICO IN SANCTIORE CONSILIO A SECRETIS AEVI SVI APELLES ANTVERPIAE

Merk op: hand rustend op de borst om aan te tonen dat hij een belangrijk persoon is.

 

Antoon van Dijck, portret van Margareta Lemon, 1640-1655, gravure, 30,1 x 18,6 cm. KBR, S.IV 85 083

 

De ‘uomini illustri’

Antoon van Dijck schildert en tekent in zijn leven heel veel portretten. Vanaf ongeveer 1632 tot aan zijn dood werkt hij aan een reeks gegraveerde portretten van illustere personen (‘uomini illustri’) die tot de 16de– en 17de-eeuwse artistieke, intellectuele en politieke elite van Europa behoren. Onder hen ook kennissen van Antoon van Dijck, zoals Rubens. De reeks wordt na zijn dood gepubliceerd als de Iconografie (ca. 1632-44). De eerste edities bevatten een honderdtal kopergravures en etsen.

 

De etsen, gemaakt door van Dijck zelf, bewijzen dat hij een briljant etser is (zie afbeelding 3). Van Dijck baseert zich op eigen geschilderde portretten, portretten van anderen en op het leven zelf. Hij zet de portretten over in tekeningen met zwart krijt. Deze tekeningen worden overhandigd aan graveurs, zoals Paulus Pontius (1603-1685), Schelte Bolswert (1586-1659) of Lucas Vorsterman (1595-1675) die er gravures van maken.

 

Antoon van Dijck, Portret van Jan Bruegel de Oude, 1620-1623, ets, 15,8 x 24,9 cm. KBR, S.IV 3582.

 

Soberheid en eenvoud

Typisch aan de werken van Antoon van Dijck is de aanwezigheid van eenvoudige elementen die de nobelheid van de geportretteerde moeten weergeven. Zo kijken sommige figuren de toeschouwer rechtstreeks aan. Anderen kijken naar beneden als een gebaar van contemplatieve intelligentie. Door tal van karakteristieke eigenschappen toe te voegen probeert van Dijck het karakter van de personen weer te geven. De achtergrond houdt hij dan weer vrij eenvoudig, zodat de aandacht volledig naar het personage op de prent gaat.

 

Restauratieblog

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de Koning Boudewijnstichting en het Fonds Baillet Latour.

 

Lectuur

Marie Mauquoy-Hendrickx (°1906) heeft, als onderzoekster, een grote bijdrage geleverd tot de studie van deze prenten. In 1956 publiceerde zij een catalogus over de Iconografie van Antoon van Dijck bij de Koninklijke Academie van België. Dit is een standaardwerk omtrent deze materie. Op 80-jarige leeftijd (1991) bracht ze een tweede editie van dit werk uit.

Antoon Van Dijck (1599-1641) en Antwerpen Museum Plantin-Moretus en Stedelijk Prentenkabinet Antwerpen, Antwerpen, 1991 (tentoonstellingscat.).

Katlijne Van der Stighelen. Antoon van Dyck, 1599-1999: het portret als passie, Vlaanderen. (tijdschrift), Jaargang 48 (1999).

Katlijne van der Stighelen. Van Dyck (Tielt, 1998).

Antoon van Dyck: Tekeningen en olieverfschetsen (tentoonstellingscat. door R.A. d’Hulst en H. Vey, Antwerpen, Rubenshuis; Rotterdam, Mus. Boymans-van Beuningen; 1960).

Van Dyck’s ‘Iconography’/’L’Iconographie’ de van Dyck (tentoonstellingscat. door A. McNairn, Ottawa, N.G., 1980).

Marie Mauquoy-Hendrickx: L’Iconographie d’Antoine van Dyck: Catalogue raisonné, 2 vols (Brussel, 1956).

Anthony van Dyck as a Printmaker (tentoonstellingscat. door C. Depauw en G. Luijten, met contributies door E. Duverger, Antwerpen, Museum Plantin-Moretus en Stedelijk Prentenkabinet; Amsterdam, Rijksmus., 1999-2000).