Buitenkant van de kapel

Ontdek nu het KBR museum in en rond de Nassaukapel.

Zetel van het hof

De Sint-Joriskapel, ook wel de Nassaukapel genoemd, is het laatste overblijfsel van het gelijknamige hof. Ze werd in het begin van de 16^de eeuw in Brabants-gotische stijl onder Hendrik van Nassau gebouwd. Na de breuk tussen Willem de Zwijger en Filips II beleefde het hof talrijke wederwaardigheden: door de Spaanse regering verbeurd verklaard, dan aan de afstammelingen van de familie Oranje-Nassau teruggeschonken, om uiteindelijk in 1731 de zetel van het Hof te worden.

Uiteenlopende functies

In 1756 kocht gouverneur Karel van Lotharingen het van de laatste bezitter en liet het helemaal in Lodewijk XVI-stijl ombouwen, met uitzondering van de kapel. Vanaf de 19^de eeuw kende de kapel heel erg verschillende bestemmingen: ze diende achtereenvolgens als opslagplaats voor het oeuvre van beeldhouwer Mathias Kessel, dat de staat in 1839 had aangekocht, als laboratorium van het Koninklijk Museum voor Natuurkunde, als cataloguszaal voor het Internationaal Instituut voor Bibliografie en als leeszaal van het Algemeen Rijksarchief. Onderaan links op de gevelmuur roept een basreliëf van beeldhouwer Georges Dobbels (1969) het silhouet van het hof van Nassau in zijn bloeitijd op.

Iguanodons

Iedereen kent wel de skeletten van de iguanodons van Bernissart, die in het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel opgesteld staan. Maar wist u ook dat ze voor de allereerste keer gemonteerd werden in de Nassaukapel? De kapel was de toenmalige werkplaats van het museum. Intussen vindt u al lang geen dino’s meer in de kapel: sinds 18 september 2020 wordt hier  de Librije van de hertogen van Bourgondië tentoongesteld.

De iguanodons van Bernissart in de Nassaukapel