LabEL: Laboratory for Electronic Literature

LabEL (Laboratory for Electronic Literature) werd in 2022 opgericht om elektronische literatuur te onderzoeken en te archiveren. Dit project is ontstaan uit een langdurig partnerschap tussen KBR en CENTAL (Centre de Traitement Automatique du Langage) van de UCLouvain.

Wat is elektronische literatuur?

Een werk met interactieve fictie aangedreven door artificiële intelligentie. Een twitteraccount die willekeurige fragmenten uit Moby Dick publiceert. Een gedicht ontworpen om zichzelf te wissen nadat het één keer is gelezen. Al deze werken maken deel uit van de wereld van de elektronische literatuur.

Elektronische literatuur omvat alle literaire werken die digitaal zijn ontstaan en waarin de betekenis en/of de esthetiek nauw verbonden is met de mogelijkheden van digitale media. Deze werken zijn multidisciplinair en vaak ‘verontrustend’ omdat ze ons begrip van schrijf- en leeshandelingen in vraag stellen.

Doelstellingen van het project

LabEL heeft drie hoofddoelstellingen:

  • Acquisitie, archivering en duurzaamheid: Elektronische literatuur is zeer kwetsbaar voor technologische veroudering. Het komt vaak voor dat een werk een paar jaar na publicatie onleesbaar wordt omdat een deel van de software die gebruikt werd om het te maken niet langer ondersteund wordt. Deze werken maken integraal deel uit van het Belgisch cultureel erfgoed, en het is essentieel om strategieën te ontwikkelen om ze te “restaureren” met respect voor hun artistieke integriteit.
  • Zichtbaarheid en toegankelijkheid: Elektronische literatuur ontwikkelt zich vaak in de marge van het traditionele uitgeverscircuit. Ze is vaak te vinden op persoonlijke websites, op sociale media of in tentoonstellingen die door gespecialiseerde artistieke organisaties worden opgezet. Bijgevolg is ze weinig bekend bij het grote publiek. In een grotendeels digitale samenleving biedt dit soort literatuur echter heel wat stof tot nadenken en zet ze aan tot kritische reflectie, in het bijzonder over thema’s zoals artificiële intelligentie. De missie van LabEL is dan ook om deze vorm van literatuur, die zich op de grens tussen genres bevindt, in de kijker te zetten via tentoonstellingen, evenementen, de online catalogus van KBR en toegangsvormen specifiek voor een wetenschappelijk publiek.
  • Onderzoek: Het laboratorium wil het corpus van de Belgische elektronische literatuur analyseren, gaande van de identificatie van vroegere en huidige plaatsen van productie en verspreiding tot de interactie met de hedendaagse en historische literatuur en de kenmerken van de Belgische productie in een nationale en internationale context. Een van de missies van LabEL is digitale analysemethoden te ontwikkelen die rekening houden met de audiovisuele, tekstuele en ICT-elementen van deze vorm. Deze methoden zullen ook de archiveringsdoelstelling van het project ten goede komen, met name dankzij de (semi-) automatische creatie van metadata.

Projectleider

Dr. Isabelle Gribomont, postdoctoraal onderzoeker bij CENTAL (Center de Traitement Automatique du Langage) aan de UCLouvain.

vfnoryyr.tevobzbag@xoe.or

Wetenschappelijk comité

  • Julie Birkholz (Verantwoordelijke van het Digital Research Lab, KBR; assistent-professor Digital Humanities, UGent)
  • Xavier Delor (Coördinator Departement ICT, KBR)
  • Cédrick Fairon (Gewoon hoogleraar en decaan van de faculteit Philosophie, Arts et Lettres, UCLouvain) – Co-promotor van LabEL
  • François Lambotte (Professor aan het Institut Langage et Communication, UCLouvain)
  • Frédéric Lemmers (Verantwoordelijke digitalisering, KBR)
  • Anne Reverseau (FNRS-onderzoeker en professor, UCLouvain)
  • Chris Tanasescu (Altissia-leerstoel in Digital Humanities, UCLouvain) 
  • Sophie Vandepontseele (Directeur Hedendaagse Collecties, KBR) – Co-promotor van LabEL
  • Patrick Watrin (Hoofd van het CENTAL platform, UCLouvain)

Partners

Dit project wordt gefinancierd door Belspo via het FED-tWIN programma. Het is gebaseerd op een langdurige samenwerking tussen KBR en CENTAL (Center de Traitement Automatique du Language) aan de UCLouvain.