Boekkunst in België na 1945

Stand van het onderzoek

KBR beschikt over een aanzienlijke verzameling bibliofiele uitgaven, kunstenaarsboeken en objectboeken uit de 20ste en 21ste eeuw die dankzij het wettelijk depot nog ieder jaar aangroeit. De bibliofiele uitgaven van de 19de en het begin van de 20ste eeuw zijn al het voorwerp geweest van verschillende wetenschappelijke studies, o.a. door de uitgevers J.-E. Buschmann in Antwerpen en Edmond Deman in Brussel. Hetzelfde geldt voor grote kunstenaars en ontwerpers zoals Théo van Rysselberghe, Max Elskamp of Henry Van de Velde.

Er zijn in 1991 en 2004 al twee tentoonstellingen geweest over de bibliofiele uitgaven van na 1945. Maar wat nog ontbreekt, is een omvangrijker en verfijnder onderzoek op basis van wetenschappelijke en relevante criteria betreffende de overgang tussen het bibliofiele boek en het kunstenaarsboek enerzijds, en het creatieve boek en het objectboek anderzijds, een onderzoek dat zich zou toespitsen op de Belgische uitgaven in de tweede helft van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw.

 

Onderzoeksthema

Dit onderzoek is gericht op de studie van de boekkunst vanaf de 19de-eeuwse bibliofiele uitgaven tot de hedendaagse creatieve boeken, waarbij vier hoofdlijnen worden gevolgd: de oorsprong; de actoren na 1945; de bibliofiele en artistieke productie na 1945; de opslag en bewaring op lange termijn.

1. Noodzakelijke voorafgaande voorwaarde: een definitie van de gebruikte terminologie in functie van wetenschappelijke en relevante criteria: bibliofiele uitgave, kunstboek, kunstenaarsboek, objectboek en creatief boek. Een studie van de oorsprong van deze objecten, vanaf de uitgave in zeer beperkte oplage van de zeldzame teksten van bibliofiele genootschappen in de 19de eeuw tot het werk van ontwerpers in het begin van de 20ste eeuw, om zo de overgang terug te vinden naar gespecialiseerde uitgevers, naar de kunstenaars en designers van na 1945.

2. De geschiedenis en de productie van deze uitgeverijen na 1945 reconstrueren op basis van de verzamelingen van KBR: IVde reeks (Belgische monografieën, Wettelijk depotOude en kostbare drukwerken en Hedendaagse drukwerken). Wie zijn de actoren: uitgevers, schrijvers, kunstenaars, ontwerpers en designers? Welke opleiding hebben ze genoten, welke waren hun motieven? Wie zijn de initiatiefnemers voor dit soort boeken? Vanaf welk ogenblik valt een overgang waar te nemen van bibliofielen naar uitgevers en van uitgevers naar kunstenaars? Zijn uitgevers op dit vlak gespecialiseerd, gaat het om een bepaald of bijzonder doelpubliek of slechts om een onderafdeling van een uitgeverij met een veel grotere en gangbaardere productie?

3. Een studie van de eigenlijke productie. De bijdrage van tekstauteurs (voor zover een tekst nog noodzakelijk is), van typografen, kunstenaars en designers. Bestaan er vormen van samenwerking tussen deze actoren? Worden er teksten gevraagd aan auteurs in functie van de kunstenaars of gaat het eerder nog om de traditionele werking met illustraties, bladspiegel en opmaak voor een vooraf bepaalde tekst?

Een afweging opmaken van de invloed van literaire (Daily Bull) of artistieke (Cobra) groepen op de productie van dergelijke voorwerpen. Een diepgaande studie wijden aan de technieken en vormgeving van het hedendaagse boek: dragers, vormen, aangewende technieken, oplage. Gaat het dan nog om uitgeverswerk in de traditionele zin (Carbolineum Pers, voorrang aan de tekst, traditionele typografie en beperkte oplage) of eigenlijk om louter kunst en creatie (Bartleby & Co, objectboeken)?

Het onderzoek moet het Belgische boek van na 1945 zijn plaats geven in de grote internationale stromingen om een al dan niet bestaande Belgische specificiteit te ontdekken, om de opkomst van grote ontwerpers met een originele en bijzondere productie vast te stellen of strekkingen die een uitwerking hebben op de productie van het hedendaagse bibliofiele boek. Onderzoeken of er continuïteit is of een breuk ten aanzien van grote voorlopers zoals Elskamp, Van Rysselberghe en Van de Velde. Nagaan welke plaats het boek in het scheppend werk van bepaalde kunstenaars zoals Chris Ferket (sculpturen en boeken als kunstobject) of Marcel Van Maele (dichter, objectboeken) inneemt.

Ten slotte ook nagaan voor wie deze producten en objecten bestemd zijn, wie de klanten van deze uitgeverijen en ontwerpers zijn. Zijn het nog bibliofielen in de traditionele zin, liefhebbers van zeldzame teksten, of eerder kunstliefhebbers en museale instellingen die op die manier de artistieke dimensie van deze producties bekrachtigen, waardoor het boek een andere status verkrijgt? Tot slot ook nog de vraag hoe het grote publiek deze objecten percipieert, voor zover het er al mee in aanraking komt, en welke internationale reputatie ze genieten.

4. Een laatste aspect van dit onderzoek moet zich richten op de opslag en bewaring van dit soort objecten op lange termijn. Voor de hedendaagse periode zijn de materialen zo verscheiden dat ze dezelfde problemen oproepen als in de musea voor hedendaagse kunst. Er worden vernieuwde en giftige of vergankelijke stoffen aangewend zoals een laserprinter, plastic, water en plexiglas, staal, textiel, lijmen, acryl, allerlei inkten, originele foto’s, gedroogde bladeren, marsepein, kippenbotjes, een whiskyfles of een parfumflesje. Uitklapboeken zijn door hun techniek met plakwerk en draden erg broos en klappen niet dicht zoals een traditioneel boek: ze zijn blootgesteld aan stof. Dat geeft zoveel technieken en materialen die in de loop der jaren onvermijdelijk aftakelen, waardoor moet worden nagedacht over de opslag en bewaring van deze objecten op lange termijn.

 

Fasen in het onderzoek

Eerste fase:

  • Een reflectie over de gebruikte termen ontwikkelen: bibliofiele uitgave, kunstboek, kunstenaarsboek, creatief boek en objectboek, en een studie van de grote bewegingen in de geschiedenis van het boek in het begin van de 20ste eeuw, waar de wortels liggen.
  • Een inventaris en de geschiedenis opmaken van de verenigingen, genootschappen en uitgevers die deze boeken en objecten hebben geproduceerd in functie van wat in KBR is beland of nog belandt via het wettelijk depot (Oude en kostbare drukwerken, Hedendaagse drukwerken) en in de IVde reeks vóór het ontstaan van een wettelijk depot (Belgische monografieën; Oude en kostbare drukwerken; Hedendaagse drukwerken).

Tweede fase:

  • Een studie van de geschiedenis, het doelpubliek en de werkwijze van deze uitgeverijen en kunstenaars in parallel met de objecten zelf dankzij de verzamelingen die in KBR zijn beland.
  • Vraaggesprekken met de actuele kunstenaars, uitgevers en ontwerpers over hun werkwijze en hun klanten.

Derde fase:

  • Een verfijnde, gedetailleerde, vergelijkende en contrasterende wetenschappelijke studie realiseren van deze documenten, uitgaven en kunstenaars van het Belgische boek in de 20ste en 21ste eeuw.

 

Belang van het onderzoek

  • De documenten die bewaard worden in de IVde reeks (Hedendaagse drukwerken) en die welke er via het wettelijk depot (Hedendaagse drukwerken, Oude en kostbare drukwerken) zijn beland bestuderen en valoriseren, naar aanleiding van de 50steverjaardag van de wet op het wettelijk depot.
  • Dit is een multidisciplinair onderzoek, op een kruispunt tussen de geschiedenis van het uitgeverswezen, de geschiedenis van het boek, de geschiedenis van de bibliofilie, de geschiedenis van de literatuur en de kunstgeschiedenis in België.
  • Door de vraaggesprekken met scheppende kunstenaars of ontwerpers behoort het onderzoek tot de ‘hyperhedendaagse’ geschiedenis.

 

Promotor: Dr. Claude Sorgeloos
AfdelingOude en kostbare drukwerken